top of page

Reactie op de 'Brussels Declaration on the mobility of tomorrow’

Gisteren vond de informele vergadering van de Europsese Transportministers plaats. In de ‘Brussels Declaration on the mobility of tomorrow’ met als slagzin ‘Make rail transport the backbone of European mobility’ kreeg de nachttrein – wellicht voor het eerst keer - een verdiende plaats.


Ons land is dit half jaar voorzitter van de Europese Raad. De Europese Raad is een van de drie grote instellingen die het beleid van de Europese Unie (EU) bepalen, samen met de Europese Commissie en het Europees Parlement. De Europese Raad is niet rechtstreeks verkozen maar telt als leden de verschillende regeringsleiders en ministers van de verschillende lidstaten. Voor ons land, wat de spoorwegen betreft, is dat Minister Gilkinet (Ecolo/Groen)  en die bepaalt dit half jaar de EU-agenda van al wat de spoorwegen aangaat. Informeel is geweten dat de Raad de machtigste van de instellingen is, waar de werkelijke beslissingen genomen worden. Bovendien zijn nachttreinen bij uitstek een internationale, en dus een Europese problematiek. Dit is dus een hele kans dus voor ons !


Samen met Oostenrijk is België een van de landen die aan de kar trekt voor (internationale) nachttreinen en we hopen dat men toch wat gaat kunnen veranderen aan het institutioneel kader van de spoorwegen op Europees niveau, want dàt is precies de plaats dat alles verkeerd zit.


Nachttreinen als apart categorie definiëren

Een minimale stap zou al zijn dat de EU oplegt dat de internationale nachttreinen als een vierde segment worde aanzien waartussen de infrastructuurbeheerders (zoals Infrabel) onderscheid moeten maken (de andere drie zijn goederentreinen, reizigerstreinen en PSO-reizigerstreinen). Door nachttreinen in heel Europa als apart segment te erkennen, kan men gemakkelijker uitzonderingen maken, steun vinden, iets uitproberen zonder dat dit kan dienen als precedent voor alle andere reizigerstreinen.


Openbare dienst

Verder, maar we beseffen dat dit niet overal even makkelijk ligt, zijn wij ervan overtuigd dat behalve de markt (=de operatoren, op basis van winst) ook het publiek mee het internationaal (nacht-) treinaanbod kan bepalen, als openbare dienst. Nu is het in de praktijk quasi onmogelijk om als overheid een internationale nachttrein te erkennen als openbare dienst. En door de lastige kostenstructuur is het quasi onmogelijk om winst te maken buiten enkele superdrukke verbindingen binnen de "blauwe banaan" (de rijkste streek van Europa, gaand van Zuid-Engeland via België, het Rijnland en de Alpen naar Noord-Italië).


Net uittekenen

Concreet zou een EU-orgaan een net kunnen uittekenen op Europees niveau, net zoals de federale overheid dat doet op Belgisch niveau. Het TEE 2.0-plan dat enkele jaren geleden werd gecommuniceerd, al was dat gewoon een communicatie-stunt, ging ook al deze richting: een net uitgetekend door het kabinet van de toenmalige CSU-minister dat als ruggengraat zou dienen voor een Europees spoorwegnet.


Nog enkele maanden

Minister Gilkinet en zijn Oostenrijkse collega mevrouw Gewessler lijken zich bewust van het probleem van wie het internationaal treinaanbod bepaalt, en dat dit niet énkel de markt kan zijn als we een net willen van Rovaniemi (Noord-Finland) tot Faro (Portugal) en van Damascus (Syrië) tot Den Helder (Nederland). Het Belgisch Presidentschap loopt nog zo’n twee maanden. Hopelijk kunnen ze genoeg gewicht in de schaal werpen om iets te bekomen.

37 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

OPINIE: Zorg voor comfort in de rijtuigen van de nachttrein!

Eerder deze maand verscheen in De Morgen een opiniestuk van een nachttreinreis naar Wenen. Als vereniging die zich inzet om meer en betere nachttreinen te krijgen waren we – ondanks niet al te rooskle

bottom of page